De Parfumrivier is ongeveer 80 kilometer lang en stroomt van de Truong Son berg door het centrum van Hue. De rivier kreeg de naam meer dan 100 jaar geleden, vanwege de geur van bloemen die in stroomopwaartse boomgaarden in het water viel. Omdat de sterke bloemengeur tijdens de herfstmaanden door de rivier werd gedragen, noemde de lokale inwoners het de Parfumrivier.
Tegenwoordig ruikt het misschien niet zo geurig vanwege de modernisering en het toenemende aantal rivierboten, maar het is nog steeds een van de meest populaire bezienswaardigheden in Hue. De waterkant wordt ’s avonds erg levendig. Lokale jongeren komen vaak naar het park om te genieten van een adembenemend uitzicht op de zonsondergang op de Parfumrivier. De Trang Tien-brug wordt ook verlicht met kleurrijke verlichting, wat resulteert in een indrukwekkend zicht.
Boottocht over de parfumrivier
Een boottocht op de rivier is een prima gelegenheid om het leven op het water van dichtbij mee te maken. Op het water varen sampans tot de nok toe gevuld met zand, grind en brandhout of met waren voor de Dong-Ba-markt. Hoewel veel boten tegenwoordig over een motor beschikken, wordt een aanzienlijk aantal sampans nog met de hand voortgestuwd. Dat gebeurt vaak door vrouwen. De liedjes die de bootsvrouwen op het achterdek zingen, gaan steevast over helden uit een lang vervlogen verleden. Deze liedjes zijn beroemd in heel Vietnam.
Een boottocht over de Parfumrivier naar de graven en pagoden zal voor velen het hoogtepunt zijn van een bezoek aan Hué. De meeste tomben liggen een eindje van de rivier af en zijn via een korte wandeling te bereiken. Op deze manier kun je de tomben van Tu Duc, Thieu Tri, Khai Dinh, Minh Mang en Gia Long en de pagoden Thien Mu en Hon Chen bezoeken.
Tombes en tempels langs de Parfumrivier
De tomben van de keizers van de Nguyen-dynastie liggen verspreid over heuvels ten zuiden van de stad en zijn per boot of fiets te bereiken. In totaal zijn er zeven tomben: de overige keizers zijn in ballingschap gestorven en begraven.
Elke keizer ontwierp zijn eigen grafmonument en liet dat bouwen op een plaats die met de grootste zorgvuldigheid door waarzeggers was uitgekozen. Vooral van belang daarbij was dat de begraafplaats harmonieus in het landschap paste. De graven vertonen een duidelijke overeenkomst met de tomben van de Chinese Ming-keizers. De tomben waren meer dan alleen een laatste rustplaats. Ze lagen in fraaie tuinen, met tempels en paviljoens, en het geheel diende tijdens het leven van de keizer als ontspanningsoord
Thien Mu Pagode
De Thien-Mu- of Linh-Mu-pagode is een van de beroemdste pagoden van Vietnam. Het boeddhistische heiligdom ligt op een heuvel pal aan de Parfumrivier, op dezelfde oever als de Citadel, 4 km ten westen van Hué.
Nguyen Hoang, de eerste Nguyen-heer die over Hué regeerde, liet hier in het begin van de 17de eeuw een tempel bouwen. Het bouwwerk is verscheidene keren verwoest, maar is telkens weer opgebouwd.
Vanaf de oever loopt een steile trap naar de 21 m hoge stoepa. Links van de stoepa staat een paviljoen met een reusachtige klok. Een poort met drie ingangen leidt naar een tuin. De Dai-Hungtempel aan het eind van de tuin heeft een voorportaal met een lachende, bronzen boeddha. In de tempel staan beelden van de boeddha’s van heden, verleden en toekomst
Tombe van Tu Duc
Een van de imponerende graven van de Nguyen-keizers is de tombe van Tu Duc (1847–1883). Dit grafmonument ligt bij het dorp Dong Xuan Thuong, 7 km ten zuiden van Hué en 1 km van de rivier.
De begraafplaats wordt omringd door een muur. De ingang is de Vu-Khiempoort. Van hier loopt een pad langs het Luu-Khiemmeer naar Du Khiem, de voormalige aanlegplaats voor boten. Het meertje is met de hand uitgegraven en met het gewonnen zand heeft men in het meer het eiland Tinh Khieu opgeworpen.
Links van de aanlegplaats ligt het Xung-Khiempaviljoen, gebouwd op palen in het meer. Vanaf het plein tegenover de aanlegplaats voeren trappen naar een poort met daarachter een binnenplaats. Het bouwwerk tegenover de poort is de Hoa-Khiemtempel.
Hon-Chentempel
De Hon-Chentempel is mooi gelegen op de top van de heuvel Ngoc Tran, ter hoogte van de tombe van Tu Duc, op de andere oever van de Parfumrivier. Hon Chen betekent ‘kom van jade’: een verwijzing naar vorm en kleur van de heuvel. Eeuwenlang stond hier een tempel gewijd aan Po Nagar of Yana, de beschermgodin van het rijk van Champa. De huidige tempel dateert uit 1832 en is gebouwd in opdracht van keizer Minh Mang.
Vanaf de aanlegplaats loopt een steile trap naar de tempel. In het interieur vallen de glazen vitrines op met beelden van mannen en vrouwen met hoofddoeken en klompen. In het midden en achterin op de eerste verdieping staan altaren. Links en rechts voor in de tempel staan een rood en een wit miniatuurpaard, de rijdieren van generaal Quan Cong. Naast de hoofdtempel staat de Tempel van de Vijf Elementen, gewijd aan de god van metaal, water, vuur, hout en aarde
Tombe van Thieu Tri
Thieu Tri was de oudste zoon van keizer Minh Mang; hij regeerde van 1841 tot 1847. Thieu Tri liet het graf in 1847 bouwen, maar maakte de oplevering niet meer mee. Het monument heeft hetzelfde ontwerp als dat van zijn vader Minh Mang, maar is veel kleiner en niet zo symmetrisch. De begraafplaats van Thieu Tri is als enige niet door een muur omringd. De tombe van Thieu Tri ligt 1,5 km ten zuiden van het graf van Tu Duc, op dezelfde oever van de rivier
Tombe van Khai Dinh
De tombe ligt bij het dorp Chau Chu, 10 km van Hué, en is te voet vanaf de rivier in een halfuur te bereiken. Het grafmonument is tussen 1920 en 1931 gebouwd en kent daarmee de langste bouwgeschiedenis van alle tomben. Khai Dinh gaf aanwijzingen voor de bouw van zijn mausoleum, maar zijn opvolger Bao Dai maakte het af.
De tombe van Khai Dinh vertoont grote verschillen met de andere grafmonumenten van de Nguyen-vorsten. Het bouwmateriaal bestaat niet uit baksteen, maar is van gewapend beton. De stijl is een merkwaardige mengeling van Vietnamese en Europese elementen en doet protserig aan. De begraafplaats is gebouwd op de helling van een heuvel en harmonieert niet met het omliggende landschap. De locatie is overigens in strijd met de regel dat de keizers in volgorde van regeren werden begraven: de oudste keizer het verst van de stad en de laatste vorst het dichtst bij Hué.
Misschien is dit niet de meest smaakvolle tombe, maar het is wel een goed voorbeeld hoe het keizerlijke hof aan het begin van de 20ste eeuw het koloniale bestuur hoopte te overleven.
Op de achterste hoeken van de hof staan spitse torens. Het achthoekige gebouwtje achter in het midden is de Bi Dinh, het Paviljoen van de Stèle. Op het hoogste niveau ligt het Thien-Dinhpaleis. Het bestaat uit drie zalen.
Tombe van Minh Mang
Het grootste en indrukwekkendste van alle keizerlijke grafmonumenten is het graf van Minh Mang, zoon van Gia Long en tweede keizer van de Nguyen-dynastie (1820–1841). Het ligt bij het dorp Bang Lang, 12 km ten zuiden van Hué, en is per boot te bereiken. Minh Mang heeft het graf zelf ontworpen, maar het werd pas na zijn dood gebouwd, door zijn opvolger Thieu Tri.
Vanaf de oever leidt een korte wandeling naar de ingang van het ommuurde complex. Alle gebouwen liggen in elkaars verlengde. Na de entree kom je op de Erehof, met aan weerskanten stenen beelden.
Via een trap met een fraaie leuning bereik je het Paviljoen van de Stèle. Achter het paviljoen leiden vier terrassen en een poort naar een binnenplaats. Het gebouw tegenover de poort is de Sung An Dien (Tempel van de Oneindige Schoonheid), gewijd aan Minh Mang en zijn eerste echtgenote. Achter in de tempel staat het altaar met de begrafenistabletten van keizer en keizerin.
Aan de achterkant van de tempel lopen drie stenen bruggen. Alleen de keizer mocht de middelste brug, de Trung Dao, betreden. Het Minh-Laupaviljoen op de top van een lage heuvel was de plek waar de keizer van het uitzicht en de frisse lucht kwam genieten. Achter het paviljoen leidt een brug over Tan Nguyet Tri (Meer van de Nieuwe Maan) naar de keizerlijke tombe. Het door een muur omringde graf is niet voor publiek toegankelijk.
Tombe van Gia Long
De weinig bezochte tombe van Gia Long (1802–1819), de stichter van de Nguyen-dynastie, ligt op de heuvel Bach Son, 16 km ten zuiden van Hué.
De keizer begon in 1814 met de bouw van zijn tombe en paleis; een jaar na zijn dood was het grafmonument voltooid. Het heeft tijdens de oorlog grote schade opgelopen en ligt er vervallen bij. De tombe ligt 1 km van de rivier en is het best per boot en te voet te bezoeken